Opvoedproblemen vaak motief voor achterlating van kinderen

‘Vertrouwen winnen door hulpverleners cruciaal’

Den Haag, 7 februari 2019 – Achterlating van minderjarige jongeren met een migratieachtergrond in het buitenland wordt meestal geschaard onder eergerelateerd geweld, terwijl opvoedproblemen en gebrekkige communicatie tussen ouders(s) en kind vaak meer van invloed zijn. Sommige ouders grijpen uit onmacht naar achterlating als zij vinden dat de situatie thuis echt niet meer gaat. Ouders zijn zich echter niet bewust van de ernstige gevolgen die achterlating voor een kind kan hebben en dat het een vorm is van kindermishandeling. Het bespreekbaar maken van opvoedproblemen is een belangrijke sleutel om achterlating van kinderen door hun opvoeders te voorkomen. Dit blijkt uit verkennend onderzoek door Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) in samenwerking met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA) naar motieven van ouders voor de achterlating van hun (minderjarige) kinderen in het buitenland.

Diny Flierman, manager Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating: ‘Achtergelaten worden in het buitenland heeft voor jongeren vaak ernstige gevolgen. Ouders zijn zich daar nauwelijks van bewust. Zij zien achterlating als een tijdelijke oplossing voor de problemen thuis of als positieve vorm van heropvoeding. Voorkomen is beter. Bijvoorbeeld door ouders met een migratieachtergrond eerder én beter te ondersteunen bij opvoedingsvragen.’ KIS-onderzoeker Eliane Smits van Waesberghe stelt daarom dat veel leed voorkomen zou kunnen worden als professionals de juiste handvatten krijgen om het gesprek aan te gaan: ‘Een belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat achterlating meestal niet een vorm van eergerelateerd geweld is, maar een gevolg is van ouders die opvoedingsproblemen ervaren en uit onmacht besluiten om hun kind achter te laten. Er is daarom veel te winnen als professionals opvoedproblemen eerder bespreekbaar kunnen maken en het voor alle partijen duidelijk is dat achterlating een vorm van kindermishandeling is.’

KIS: aanbevelingen voor hulpverleners
Op basis van de uitkomsten van gesprekken met professionals stelde Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) een handreiking op met een aantal concrete aanbevelingen om ouders betere opvoedingsondersteuning te geven. Aanbevelingen voor hulpverleners, sociale wijkteams en gemeenten zijn: laagdrempelige voorlichting organiseren in buurthuizen en consultatiebureaus en bij themabijeenkomsten op school en veel eerder het gesprek aangaan met ouders met kinderen in de pubertijd door professionals.

Een belangrijke sleutel in het voorkomen van achterlating is om ouders met een migratieachtergrond eerder én beter te ondersteunen bij opvoedingsvragen. Hierbij moet soms het vertrouwen van deze ouders worden (terug)gewonnen, omdat zij vaak anders denken over opvoeding en weinig of geen vertrouwen hebben in hulpverleners. Vaak zijn ze bang om het gezag over hun kind te verliezen. Daarom zouden informele organisaties zoals taalmaatjes, vrijwilligersnetwerken en sleutelpersonen een belangrijke rol kunnen spelen om opvoedingsproblemen bespreekbaar te maken. Daarbij kunnen zij de hulp inschakelen van professionals om hen te trainen op het preventief signaleren van achterlating.

Redenen voor achterlatingen
Voor sommige ouders met een migratieachtergrond is het best ingewikkeld om een kind in Nederland op te voeden. Kinderen leren sneller de (nieuwe) taal, zijn mondiger, hebben andere omgangsvormen, normen en opvattingen. Zodra ouders de ontwikkelingen van hun kinderen niet meer kunnen bijbenen ontstaan vaak de problemen. Wat gebeurt er op school? Gaat mijn zoon soms met slechte vrienden om? Wat deelt mijn dochter allemaal op social media? Sommige ouders zijn bang om de grip te verliezen. Al helemaal als de puberteit aanbreekt. Een laatste redmiddel (in hun ogen) is om hun zoon of dochter achter te laten in het herkomstland. Daar moet hen dan de ‘juiste manieren’ worden bijgebracht, passend bij hun cultuur en geloof.

Kenmerken achtergelaten jongeren
Achterlating overkomt jongens en meisjes. Het gaat om jongeren met een Nederlandse nationaliteit of met een verblijfsvergunning. Zij zijn (grotendeels) opgegroeid in Nederland. Soms gaat het om een enkele jongere, maar soms wordt hij/zij ook met broers en zussen achtergelaten. Het gaat voornamelijk om pubers in de leeftijd tussen 14 en 18 jaar.