(M)EER ZIEN – Tijdig herkennen van schadelijke traditionele praktijken

Huwelijksdwang, achterlating in het buitenland, eergerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking. Dit zijn voorbeelden van schadelijke traditionele praktijken die nog te vaak voorkomen, ook in Nederland. Lang niet alle slachtoffers van schadelijke traditionele praktijken komen in beeld bij de hulpverlening. We zien slechts het topje van de ijsberg. En als het gesignaleerd wordt, zijn we er vaak te laat bij, wanneer het geweld al ernstige vormen heeft aangenomen. Samen met Fier, Sterk Huis en Hogeschool Leiden start het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating het project (M)EER ZIEN om te achterhalen hoe professionals deze vormen van geweld nog beter en eerder kunnen herkennen. 

Op vrijdag 19 maart is officieel het startschot gegeven voor het project. In de online bijeenkomst werd nog eens benadrukt hoe complex de signalering kan zijn. Slachtoffers treden vanwege onveiligheid, schaamte- en schuldgevoelens en uit loyaliteit met de familie niet makkelijk naar voren. Ook voor eerstelijns professionals zijn er vaak drempels: er is beperkte kennis over (nieuwe verschijningsvormen en uitingen van) schadelijke traditionele praktijken. Ook weten professionals vaak niet goed hoe ze moeten reageren of hoe ze zich moeten verhouden tot slachtoffers en hun familie.
 
Het project richt zich op het inzichtelijk maken van deze knelpunten én van good practices op het gebied van signalering en cultuursensitief werken. Daarnaast brengen we nieuwe ontwikkelingen in kaart, zodat up-to-date kennis beschikbaar komt voor de professionals. De uitkomsten worden gebundeld in een digitale tool. De kracht van het project: we doen het niet alleen, maar in samenwerking met slachtoffers, professionals in de eerste lijn en andere beroepsgroepen met een signaleringsfunctie (bijvoorbeeld politie en onderwijs). Gezamenlijk gaan we ons inzetten om meer bekendheid en bewustzijn te creëren over schadelijke traditionele praktijken. 
 
Dit praktijkonderzoek is gesubsidieerd door ZonMw binnen het onderzoeksprogramma: Geweld Hoort Nergens Thuis.