Achterlating of internationale kinderontvoering – wat is het verschil?
Een achterlating en internationale kinderontvoering hebben voor het slachtoffer vaak dezelfde gevolgen, maar voor de wet verschillen ze sterk van elkaar. Of sprake is van het één of het ander hangt onder meer af van het ouderlijk gezag.
Woonplaats bepalen
Wie het gezag heeft over een kind mag (tot 18 jaar) diens woonplaats bepalen. Hebben beide ouders gezag, dan moeten zij ook beiden instemmen met vertrek naar en/of permanent verblijf in het buitenland.
Internationale kinderontvoering
Bij een internationale kinderontvoering brengt een ouder een kind over naar het buitenland en houdt het daar vast. Dat kan in het geheim gebeuren of na afloop van een vakantie. De andere ouder (met gezag over het kind) stemt hier niet mee in en zal proberen het kind terug te halen naar Nederland.
De ‘ontvoerende’ ouder houdt zich niet aan de wet, namelijk het gezagsrecht. In het bijzonder het recht om te beslissen over de verblijfplaats van hun kind. Beide ouders of de voogd hebben dat recht. In juridische termen is sprake van ‘ongeoorloofd overbrengen of vasthouden’.
Bij achterlating stemmen beide ouders in
Bij achterlating stemmen de gezaghebbende ouders beiden in met het gedwongen verblijf van hun kind in het buitenland. Zij weten ervan en houden het in stand. Kijkend naar de wet mag dit wél, maar voor een kind is het hartstikke schadelijk om onder dwang uit diens vertrouwde sociale omgeving te worden gehaald. Dit geldt ook als één van de ouders het gezag heeft.
Een bijzondere situatie doet zich voor als een man zijn vrouw én kinderen gedwongen achterlaat in het buitenland. In concrete gevallen is het onderscheid tussen achterlating en internationale kinderontvoering lang niet altijd helder.
Van geoorloofd naar ongeoorloofd
Soms gaat geoorloofd overbrengen over in ongeoorloofd. Moeder of een gezinsvoogd geeft bijvoorbeeld schriftelijk toestemming aan vader om de kinderen tijdens de zomervakantie mee te nemen naar het buitenland. Als hij hen na de vakantie daar achterlaat, is er sprake van kinderontvoering.
Krijg je als professional te maken met (vermoedens van) een kinderontvoering, dan kun je het best juridisch advies vragen. Kwesties rond gezag, voogdij, verblijf in het buitenland en ouders met verschillende nationaliteiten zijn bijzonder ingewikkeld. Het vraagt om een zorgvuldige afweging van wat juridisch en praktisch mogelijk is en wat sociaal-emotioneel het beste is voor het betrokken kind. Elke casus is anders.
Centrale autoriteit
De Centrale Autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden is bij een internationale kinderontvoering de coördinerende instantie tussen Nederland en het buitenland. Als ouder(s) of een voogd het kind willen laten terugkeren, kunnen zij de zaak voorleggen aan de Centrale Autoriteit in Nederland. Deze neemt contact met de autoriteiten in het land waar het kind verblijft.
Centrum Internationale Kinderontvoering
De juristen van het Centrum Internationale Kinderontvoering geven informatie, advies en begeleiding aan ouders, professionals en andere betrokkenen. Deze informatie is onpartijdig. Het centrum kan echter niet helpen bij het terughalen van het kind. Dat is een taak van de Centrale Autoriteit.
Nederlandse Centrale Autoriteit bij Internationale Kinderaangelegenheden
+31 (0)70 370 62 52
maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 12.30
Neem contact met ons op
Ben je niet zeker wat je moet doen, wil je informatie of wil je advies bij jouw specifieke situatie? Neem contact met ons op.
070-3454319 LKHA@veiligthuishaaglanden.nl