Bouchra
Een kopje thee en een beslissing die geen keuze was
Mijn moeder en zus zaten verstopt in een klein kamertje. Ik werd geroepen om thee te brengen. Dat was mijn moment. Mijn kans om even naar hem te kijken. En dan moest ik zeggen: ja of nee. Maar eigenlijk… had ik natuurlijk nooit echt een keuze.
Ik was vijftien toen mijn vader besloot terug te emigreren naar Marokko. Mij achterlaten in Nederland was geen optie. En mij meenemen ook niet. In Marokko, zei hij, zou ik het huis niet uit mogen. Dus ik moest trouwen. Dat was mijn toekomst.
Van onderhandeling tot gevangenis
Er kwamen mannen langs. Veel. Ik keurde ze allemaal af. Tot er een kwam met scheve tanden en die overdreven naar parfum rook. Ik noemde hem ‘Griezel’. De man had zijn papieren niet op orde, dus hij voldeed niet aan de voorwaarden van mijn vader. Ik zei nog achteloos: “Op zich een aardige man…” Dat had ik niet moeten zeggen. Mijn vader kwam onverwacht met de mededeling: “Dit wordt hem.” Toen ik protesteerde, dreigde hij mijn moeder iets aan te doen. En zij was alles voor mij. Ik moest wel trouwen.
Tijdens de huwelijksnacht werd er gebeld of er bloed was. Het doekje werd opgehaald. Bewijs van mijn maagdelijkheid. Ik dacht alleen maar: ‘Dit kan niet mijn leven zijn.’
Mijn vader kwam onverwacht met de mededeling: “Dit wordt hem.” Toen ik protesteerde, dreigde hij mijn moeder iets aan te doen.
In stilte overleven
De jaren die volgden zijn wazig. Verdronken in ruzies, verdriet, schaamte. Ik was nog maar een kind. En zwanger. Mijn nachtmerrie werd waarheid. Dankzij een conciërge op school kreeg ik hulp. In het geheim pleegde ik een abortus. Zonder verdoving. Een bonnetje van deze ingreep in mijn jaszak verried mij. Hij doorzocht mijn spullen. Hij wilde het aan mijn vader vertellen, maar gelukkig hebben mijn zus en zwager hem tegengehouden. Na jaren van vernedering, geweld en dreiging vluchtte ik. Ik was op. Leeg. Maar ik wist ook: als ik blijf, ga ik echt dood.
Weggaan was pas het begin
Ik stond de eerste week op straat. Geen huis, geen familie. Gelukkig wist ik snel een woning te regelen. Ik kwam erachter dat je naast huur ook gas en licht moet betalen. Wist ik veel. Mensen die ik nauwelijks kende vingen mij op. En langzaam, met vallen en opstaan, begon ik opnieuw. Ik heb veel gehuild. Maar ook gedacht: ‘Herpak jezelf. Ga door.’
Pas veel later, kwam ik erachter dat wat mij overkomen is een naam had. Huwelijksdwang. Mishandeling. Tot die tijd dacht ik dat het mijn schuld was.
Waarom dit verhaal verteld moet worden
Er zijn nog steeds meisjes zoals ik. Die denken dat het normaal is. Dat het erbij hoort. Of dat het je eigen schuld is. Dat is het niet. Ik wil dat mijn verhaal gehoord wordt. Niet voor mezelf, maar voor wie er nu middenin zit. Want soms… is het enige dat je nodig hebt iemand die zegt: ik geloof je. Ik zie je. Je bent niet alleen.
In dat huwelijk werd mij nog wat duidelijk. Ik noem het altijd mijn vloek én mijn zegen: ik val op vrouwen. Ik voelde me hierdoor nog meer alleen. Vervreemd. Alsof ik dubbel fout was. En nu? Ik ben getrouwd. Met de vrouw van mijn leven. Twee kinderen. Een ander bestaan. En toch… er zijn wonden en littekens die nooit verdwijnen. Maar ik leef. Ik ben er nog. En ik heb het recht om gelukkig te zijn.
Bouchra’s boodschap aan anderen
Volg je gevoel. Blijf scherp. Als je een moment ziet: pak het. Misschien krijg je maar één kans. En als je kunt vluchten — doe het. Want hoe zwaar ook, er is leven na die hel. Mijn stem is helder. Zacht soms. Maar onmiskenbaar krachtig. En als jij nu zit waar ik toen zat: geloof me, je bent sterker dan je denkt.