Ouderlijk gezag en voogdij

Minderjarigen

Worden minderjarige kinderen achtergelaten in het buitenland, dan zijn hun nationaliteit én het ouderlijk gezag sterk bepalend voor de kansen op terugkeer. De meeste kinderen staan onder het gezag van één of beide ouders. Zij beslissen hoe en waar een minderjarig kind opgroeit.

Wie in Nederland wordt geboren, staat automatisch onder het gezag van beide ouders, tenminste als zij getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Zo niet, dan heeft in beginsel de moeder het gezag. De andere ouder kan de rechter verzoeken om ook ouderlijk gezag over het kind te krijgen. Erkenning van het vaderschap alleen is niet voldoende.

Rechter grijpt in

Bij langdurige ernstige verwaarlozing of een bedreigende situatie heeft de kinderrechter de mogelijkheid het gezag te beëindigen. De ouders blijven dan weliswaar juridische ouders, maar een gecertificeerde instelling of een pleegouder krijgt het ouderlijk gezag. Juridische ouders hebben recht op omgang met en informatie over het kind.

Bij een crisissituatie is het zaak snel in te grijpen. De kinderrechter kan dan het gezag voorlopig overdragen aan een gecertificeerde instelling in afwachting van een definitieve gezagsvoorziening. Het gaat hier uitdrukkelijk om een spoedmaatregel.

Ook vluchtelingen en asielzoekers kunnen het ouderlijk gezag (voorlopig) verliezen als er sprake is van een acute en ernstige bedreiging voor de minderjarige. In deze situatie wordt de voogdij overgedragen aan Nidos (een gecertificeerde instelling). Nidos heeft kennis en ervaring met cliënten uit zeer diverse culturen en is goed op de hoogte van de vreemdelingenprocedure.

Uitreizen voorkomen

Als er aanwijzigingen zijn dat een minderjarig kind heel binnenkort afreist naar het buitenland om te trouwen of te worden achtergelaten, kan Veilig Thuis aan de Raad voor de Kinderbescherming vragen om een onderzoek in te stellen. In dergelijke spoedeisende gevallen heeft de kinderrechter de mogelijkheid om een voorlopige ondertoezichtstelling op te leggen en een gezinsvoogd toe te wijzen. Daaraan wordt tevens een uitreisverbod gekoppeld en/of een machtiging tot uithuisplaatsing. Het kind mag dan Nederland niet verlaten, zonder toestemming van de gezinsvoogd.

Een gezinsvoogd krijgt niet het gezag over de kinderen. De ouders behouden het volledige gezag. De rechter kan echter ook tijdelijk of definitief het gezag van de ouders beëindigen. In dat geval krijgt het kind een voogd toegewezen die het gezag overneemt.  

Het gezagsrecht is erg complex, zeker als een (achtergelaten) kind niet in Nederland is geboren. Dan geldt mogelijk het gezagrecht van het geboorteland.